→ Most Common Dutch Words 301 - 350 → Börja lära dig / Ladda ner MP3 Flashcards

Fråga		Svar
almost Literally: "He almost always comes late." He's almost always late. börja lära sig		bijna Hij komt bijna altijd te laat.
actual, actually I have an English name, but I'm actually German. börja lära sig		eigenlijk Ik heb een Engelse naam maar ik ben eigenlijk Duitser.
parcel, package A parcel for you has come. börja lära sig		het pak Er kwam een pak voor jou.
wait We've been waiting for them for already half an hour. börja lära sig		wachten infinitive, 1st, 2nd and 3rd person plural We wachten op hen al sinds een halfuur.
police Call the police! börja lära sig		de politie Bel de politie!
next as adjective; dosłownie: "Next week I'm receiving my cousin's visit." Next week my cousin is visiting me. börja lära sig		volgende Volgende week krijg ik bezoek van mijn neef.
look for, search for I'm looking for my socks. börja lära sig		zoek "zoeken" in 1st person singular Ik zoek mijn sokken.

+43 fiche
Lektionen är en del av kursen
"Top 1000 Dutch Words "
(faktiskt 1 000 fiche)

Prova kursen gratis

Most common Dutch words 301 - 350