→ De Tijd - Time → Börja lära dig / Ladda ner MP3 Flashcards

ladda ner mp3 skriva ut spela Kontrollera dig själv

Fråga		Svar
de dag Het wordt een zeer warme dag. börja lära sig		day It's going to be a very warm day.
de nacht Ik kon niet de hele nacht slapen. börja lära sig		night I couldn't sleep the whole night.
de week Ik werk veel doordeweeks. börja lära sig		week I work a lot during the week.
de maand Ik was in Rome één maand geleden. börja lära sig		month I was in Rome a month ago.
het jaar Gelukkig Nieuwjaar! börja lära sig		year Happy New Year!
weer We moeten elkaar weer ontmoeten. börja lära sig		again We must meet again.
eens Ik was eens in Londen. börja lära sig		once I've been to London once.
nu Ik ben nu bezig. börja lära sig		now I'm busy now.
later Ik zal het later doen. börja lära sig		later I will do it later.
eerder We zouden eerder opstaan. börja lära sig		earlier We should get up earlier.
voor Ik ren altijd voor het ontbijt. börja lära sig		before I always run before breakfast.
na Zullen we wandelen gaan na de lunch? börja lära sig		after Shall we go for a walk after dinner?
vanaf Ik werk vanaf 8 uur 's morgens. börja lära sig		from I work from 8 a.m.
tot De winkel is open tot 8 uur 's avonds. börja lära sig		to The shop is open to 8 p.m.
vandaag Wat zijn je plannen voor vandaag? börja lära sig		today What are your plans for today?
morgen Wat gaan we morgen doen? börja lära sig		tomorrow What are we going to do tomorrow?
gisteren Wat deed je gisteren? börja lära sig		yesterday What did you do yesterday?
op tijd Vergeet niet op tijd te komen. börja lära sig		on time Remember to come on time.
s morgens Drink je koffie 's morgens? börja lära sig		in the morning Do you drink coffee in the morning?
s avonds We kijken tv 's avonds. börja lära sig		in the evening We watch TV in the evening.
om zes uur De film begint om zes uur. börja lära sig		at 6 p.m. The film starts at 6 p.m.
half zeven Ik bel je om half zeven. börja lära sig		half past 6 I'll call you at half past 6.
kwart over zeven Het is kwart over zeven. börja lära sig		a quarter past seven It's a quarter past seven.
kwart voor acht Ik ben klaar met werken om kwart voor acht. börja lära sig		a quarter to eight I finish work at a quarter to eight.
twintig over negen Het feestje begint om twintig over negen. börja lära sig		twenty past nine The party starts at twenty past nine.
twintig voor elf Het is al twintig voor elf. börja lära sig		twenty to eleven It's already twenty to eleven.

De tijd - Time

Du måste vara inloggad för att skriva en kommentar.

mer