→ Czasowniki Nieregularne 7 → Börja lära dig / Ladda ner MP3 Flashcards

Fråga		Svar
śmierdzieć börja lära sig		stinken, stonk, stonken, heeft gestonken
ciągnąć börja lära sig		trekken, trok, trokken, heeft getrokken
upaść/ spaść börja lära sig		vallen, viel, vielen, is gevallen
łapać börja lära sig		vangen, ving, vingen, heeft gevangen
walczyć börja lära sig		vechten, vocht, vochten, heeft gevochten
zabronić börja lära sig		verbieden, verbood, verboden, heeft verboden
połączyć börja lära sig		verbinden, verbond, verbonden, heeft verbonden
zniknąć börja lära sig		verdwijnen, verdween, verdwenen, is verdwenen
porównać börja lära sig		vergelijken, vergeleek, vergeleken, heeft vergeleken
zapomnieć börja lära sig		vergeten, vergat, vergaten, is/ heeft vergeten
sprzedać börja lära sig		verkopen, verkocht, verkochten, heeft verkocht
straćić/zgubić börja lära sig		verliezen, verloor, verloren, heeft verloren
rozumieć/ dobrze słyszeć börja lära sig		verstaan, verstond, verstonden, heeft verstaan

czasowniki nieregularne 7